Goede Voornemens. We hebben ze als het goed is na vandaag allemaal alweer met handdoek en al in de ring gegooid. Want de Nederlander houdt – hoeveel kans hij zichzelf ook geeft op het welslagen ervan – zijn goede voornemens niet langer dan een week vol.
Dat komt mede door hoe we onze voornemens formuleren: stoppen met roken, minder drinken, minder eten… We leggen onszelf op om dingen niet meer te doen. Maar wat nu als je toch dat peukie opsteekt? Dan is meteen je goede voornemen mislukt. Daar voelen we ons slecht over en voor we het weten zitten we met een peuk en een glas port in de keuken hompen kaas naar binnen te werken.
Beter kunnen we kiezen wat we wél gaan doen, hoe vaak, en hoe we onszelf daarvoor gaan belonen. SMART, je weet wel, net als op je werk!
Buig je goede voornemen van minder eten bijvoorbeeld om naar: minstens 4 keer in de week gezond en met veel groenten koken. Turf elke week op dat schoolbord waarop je ook je boodschappen schrijft, hoe vaak je gezond hebt gekookt en gegeten. Heb je aan het eind van de week 4 of meer streepjes? Dan mag je jezelf belonen! Bij voorkeur niet met een slechte snack, maar het kán natuurlijk wel.
Dit soort Betere Voornemens zijn veel beter vol te houden dan Goede. Dat komt doordat je elke week opnieuw een kans hebt om het goed te doen. Gaat het een keertje mis, dan doe je het de volgende keer gewoon beter.
Gelukkig Nieuwjaar!