Het kan je veel opleveren om oude gewoonten af te leren, en om nieuwe aan te leren. Maar dat kan best nog wel lastig zijn. Als je de juiste aanleidingen of “triggers” kiest en herkent, kun je jezelf nieuwe gewoontes makkelijk eigen maken.
Een routine uitbreiden
Als je een routine maakt van je nieuwe (goede) gewoonte, dan hou je het sneller langer vol. Dat kun je doen door een trigger te gebruiken: een gebeurtenis of een handeling die aanleiding is voor de handeling die je jezelf wilt aanleren. Als je je nieuwe gewoonte koppelt aan een routine die je al hebt en regelmatig uitvoert, dan wordt het er onderdeel van. Dat maakt dat je nieuwe gewoonte bijna als vanzelf in je gedragspatroon valt.
Sporten na het tandenpoetsen
Zo’n routine kan het poetsen van je tanden zijn, of het kijken van een televisieprogramma dat je volgt. Dan kun je direct na het tv-programma gaan sporten. Of direct na het tandenpoetsen je kleren voor morgen vast klaarleggen. Hoe sneller je nieuwe routine de oude opvolgt, hoe beter het werkt. Het gaat dan in één moeite door. Precies wat je bereiken wilt!
Slechte gewoontes afleren
Op dezelfde manier kun je ook afkomen van slechte gewoontes die nu vaak getriggerd worden door een handeling. Je steekt bijvoorbeeld een sigaret op na het koffiedrinken. Als je je trigger ontdekt, dan kun je je routine onderbreken en je slechte gewoonte vervangen door een andere. Dat maakt het afleren van slechte gewoontes nét iets makkelijker.